Op 4 mei 1866 richtten de vennoten J.J. Sneltjens en I.E.F.B Sluijterman van der Loo de ’N.V. Haarlemsche Brood- en Meelfabriek’ op met als doel ‘het bakken van goed en deugdzaam brood tegen billijken prijs, tot het malen van graan, zoowel voor eigen rekening als tegen loon voor anderen.’ In 1870 telde het bedrijf 28 werknemers.
Aanvankelijk bevond de bakkerij zich in de tuin van het woonhuis van vennoot Sneltjens, ongeveer op de locatie van het huidige gebouw aan de gracht. Geleidelijk wist het bedrijf verschillende aangrenzende percelen op de Bakenessergracht te verwerven en in 1876 werd een geheel nieuw fabrieksgebouw opgetrokken naar ontwerp van architect Van Dijk uit Capelle aan den IJssel.
De grotendeels symmetrisch ingedeelde voorgevel is uitgevoerd in metselwerk met sierende elementen in gele baksteen en (sier-)pleisterwerk, en heeft de monumentale ingangspartij met uitkragende rondboog en geprofileerde omlijsting geheel aan de rechterzijde. Verticaal wordt het gevelvlak door lisenen in vijf traveeën gedeeld, waarin zich steeds twee vensterassen bevinden met gekoppelde neo Romaanse rondboogvensters. De puntvormige topgevel is voorzien van een klimmend rondboogfries en een tandlijst en wordt bekroond door drie sierlijk gemetselde arkeltorentjes te weerszijden en op de top. Zij- en achtergevels zijn gepleisterd.
Het interieur van het pand heeft een hoofdconstructie van houten balklagen gedragen door gietijzeren kolommen. Deze zware constructie, noodzakelijk voor de oorspronkelijke functie van het gebouw, is nog geheel aanwezig (maar bij de verbouwing van het pand tot appartementen geheel uit het zicht gewerkt). In het exterieur is deze zware constructie nog af te lezen aan het grote aantal staafankers. In de hal is een fraai tegeltableau ingemetseld. Dit tableau herinnert aan het vijftigjarig bestaan van de ‘Haarlemsche Brood- en Meelfabriek’.
In 1896 werd het pand verhoogd met een verdieping tot vijf bouwlagen. Het bouwwerk deed dienst als graan- en meelpakhuis en er was een eigen maalderij in ondergebracht. De bakkerij bevond zich in een laag gebouw achter het pand.
De Haarlemsche Brood- en Meelfabriek, die vanaf 1890 het predikaat ‘Koninklijke’ voor zijn naam mocht zetten, stond bekend om de geavanceerde technieken die er werden toegepast. Zo werd het brood gebakken in een speciaal soort heteluchtovens. Het transport van graan en meel geschiedde door een systeem van hijsinstallaties en Jacobsladders. Aanvankelijk werden deze aangedreven door stoommachines, later door elektriciteit.
Vanaf 1930 ging de onderneming verder onder de naam N.V. Eerste Haarlemsche Brood- en Koekbakkerij. In 1946 nam drukkerij Planeta zijn intrek in het kavel Bakenessergracht 71, om in 1988 te verhuizen naar de Waarderpolder. In 1990 werd het bedrijfspand verbouwd tot tien appartementen en negen jaar later werd het uitgeroepen tot Rijksmonument. Het is waarschijnlijk het enig bewaard gebleven gebouw van een broodfabriek van dit type in ons land. Het gebouw is typerend voor de industriële ontwikkeling in de tweede helft van de 19de eeuw.