Rond 2015 werd ontdekt dat de bodem in en onder de Bakenessergracht en de Nauwe Appelaarsteeg op een diepte van 6-15 meter is verontreinigd door een grote hoeveelheid chloorkoolwaterstoffen (tri). De verontreiniging verspreidde zich steeds dieper in het onderliggende grondwater.
Op een steenworp afstand van de Bakenessergracht was vanaf de 18e eeuw tot 1990 de drukkerij en lettergieterij Koninklijke Joh. Enschedé gevestigd. In het bedrijf werd jarenlang het ontvettingsmiddel tri gebruikt om onder andere drukpersen mee te reinigen. Vermoedelijk is de chloorkoolwaterstof door een lekkage van het riool onder de bodem van de gracht terecht gekomen. In 1992 heeft de gemeente Haarlem Enschedé officieel aansprakelijk gesteld voor het verontreinigen van de bodem.
De noodzakelijke bodemsanering leidde tot een jarenlange juridische strijd tussen Koninklijke Joh Enschedé B.V en de gemeente Haarlem. Uiteindelijk werd in 2018 het geschil over de sanering van de bodemverontreiniging ‘in der minne geschikt’. Volgens de gemeente was de belangrijkste motivatie voor de overeenkomst de bedrijfssituatie van de drukkerij. Door de verminderde vraag naar papiergeld, postzegels en andere waardepapieren was het eeuwenoude bedrijf in financiële problemen gekomen. Door de overeenkomst kon de bedrijfsvoering in de Haarlemse Waarderpolder worden voortgezet, waardoor zo’n 60 arbeidsplaatsen behouden konden blijven. Enschedé betaalt wel mee aan de sanering, maar het daarmee gemoeide bedrag blijft geheim.
De verontreiniging heeft de vorm van een Zeppelin, een sigaarvormige pluim van vijfhonderd meter lang en honderd meter breed. Omdat de verontreiniging op grote diepte ligt, is er in principe weinig gevaar voor de volksgezondheid. De gemeente is desondanks wettelijk verplicht om minimaal de bron van de verontreiniging op te ruimen en verdereverspreiding te voorkomen. Ze schakelde daarvoor de gespecialiseerde bedrijven Bodemzorg en Groundwater Technology in, die in november 2017 een in-situ sanering in de bronzone opstartten. Een en ander gebeurde onder andere in overleg met de gemeente, een delegatie van bewoners van het aanpalende gebied, en een onafhankelijke expert.
Machinaal en zonder trillingen werd met zogenaamde injecteernaalden via relatief kleine buizen van kunststof een mengsel van kleine ijzerdeeltjes en een voedingssubstraat in de kern van de verontreiniging ingebracht. Dit mengsel stimuleert de biologische afbraak van de verontreinigingen in de bodem door bacteriën. Metingen wijzen uit dat de verontreiniging aanzienlijk is ingeperkt (zie de meetresultaten hierboven).
In overleg met alle partijen werd echter besloten om dit jaar het opruimen van de vervuiling een extra impuls te geven door het inbrengen van nieuwe kunststof buizen en extra substraat. Dat is op maandag 9 en dinsdag 10 januari gebeurd. De komende jaren wordt de voortgang van het proces door metingen verder gemonitord.
9 januari 2023