Het verwaarloosde plantsoen op het Begijnhof was de bewoners al heel lang een doorn in het oog. De klimop onder de bomen raakte verwilderd en groeide op tot manshoogte door het uitblijven van onderhoud. Het zag er misschien van een afstandje fraai uit, maar zorgde ook voor een openbaar toilet van mensen (mannen) die hier hun behoefte deden in afwachting van een schaarse vrije dame in de bordelen in de buurt. Bovendien diende het ook als uitlaatplek voor honden, waar uitlaters geen moeite deden om de rotzooi op te ruimen.
Komende week pakt de gemeente het plantsoen aan. De klimop wordt verwijderd en het plantsoen wordt opgeknapt en voorzien van een gevarieerd pakket, merendeels inheems, plantmateriaal: lagere struiken en vaste plannen. Uiteraard blijven de prachtige bomen staan. Bij het maken van het plantplan is met de schaduw van deze bomen rekening gehouden. De bewoners hebben aangegeven te willen helpen met het onderhoud van het groen.
De gemeente lijkt ook oog te hebben voor een andere grief van de bewoners: de parkeerdruk. Er wordt op het Begijnhof veel geparkeerd op plekken die geen officiële parkeerplekken zijn. Autoluw maken is een van de opties. Veel automobilisten zoeken op het doodlopende plein een parkeerplek die er vrijwel nooit is. Dat levert veel nodeloos verkeer, draaien, herrie en frustratie op.